Kolet Janssen

auteur

Kietelen

20 oktober 2022

Mijn vader was een zachtaardig mens. Hij verloor zelden of nooit zijn geduld. Toch vertelde hij mij herhaaldelijk een vreemd verhaal.

Het ging over een man die gefolterd werd. De precieze details – plaats en tijd, wat de man mispeuterd had en van wie hij het slachtoffer was – ben ik vergeten. Speelde het zich af in de Griekse oudheid?

De man was stevig vastgebonden en iemand had zijn schoenen uitgetrokken. Op zijn voetzolen werd een dikke laag zoete jam uitgesmeerd. Vervolgens werd er een geit bijgehaald, die met haar ruwe tong de jam van de voetzolen van de man mocht likken. Dat zorgde voor zo’n lange kietelpartij dat de man zich letterlijk doodlachte.

Elk onderdeel van het verhaal was van belang. De blote voetzolen, de onweerstaanbare jam, de ruwe tong van de geit. En dan het tragische einde: dat je kon sterven van zoiets vrolijks als lachen.

Ik vond het als kind een nogal omslachtige manier om iemand te vermoorden en ik begreep er de lol niet van om iemand zo te kwellen. In mijn hoofd zag ik op de voetzolen van de man de dikke aardbeienjam van mijn moeder, met de halve aardbeien nog zichtbaar. Ik voelde hoe de tenen van de man aan elkaar plakten van de suiker. En ik was er heimelijk van overtuigd dat ik zo’n brave geit wel op andere gedachten zou kunnen brengen. Lustte een geit trouwens jam? Daar was ik niet zo zeker van.

Toch is het vreemde verhaal me altijd bijgebleven, ook al was ik het jarenlang half vergeten. Ik weet inmiddels dat mensen wreed kunnen zijn voor elkaar. En dat ze daar soms onschuldige dingen voor gebruiken. Elkaar kietelen. Gewoon water. Papieren of het gebrek daaraan.

Mijn kleindochter geniet van een beetje kietelen, vooral in haar halsje. Met blinkende ogen lijkt ze om meer te vragen. Maar ik hou maat. Lachen moet altijd leuk blijven.

(Afb. van Gabe Pierce via Unsplash)

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.