Kolet Janssen

auteur

Kom maar binnen

3 juli 2022

Het is weer vakantietijd en vaak bezoeken we dan grote en vooral kleine kerkjes in de streek waar we ronddwalen. Het is altijd een cadeau als die kerkjes open zijn.

Dan laten we de ruimte op ons inwerken. We laten ons betoveren door het licht dat er binnenvalt: veel of weinig, door hoge, smalle ramen van kleurrijk glas, albast of ongewassen vensterglas. We lopen tussen zuilen en over uitgesleten treden. We kijken naar kruiswegen en schilderijen. We zien een beeld van Maria of een andere heilige met daarvoor een rij kaarsjes.

Er zijn altijd ook lelijke dingen in een kerk. Verkleurde plastic rozen in een vaasje, een wansmakelijk beeldje in een nis, een protserige kandelaar, opgestapelde stoelen in een hoek, uit elkaar vallende zangboekjes in een stapel op een wankel tafeltje. Op het prikbord hangen soms amateuristische foldertjes en foto’s van feestjes en uitstapjes van de gemeenschap die er thuis is. Soms zijn juist die lelijke dingen een teken van leven.

Hoe minder voorwerpen er in zo’n kerk staan, hoe sterker de ruimte werkt voor de toevallige bezoeker. Het is en blijft een plek waar mensen hun hart openen voor wat hen te boven gaat. Dat is na al die eeuwen in de stenen gaan zitten. Je voelt het als je er binnenkomt en als je even op een stoel neerzakt. Je hoeft niet meer te doen dan aan te sluiten, bij iedereen die hier ooit zijn of haar gebeden heeft afgevuurd. Je kunt meedeinen op de geest die er waait, die in de poriën van elke vloertegel, elke sluitsteen, elke kerkstoel is gekropen.

Kerken zijn een cadeau, waar ze ook staan. Maar dat kan vaak alleen dankzij de vele anonieme vrijwilligers die ze openhouden. Ik dank hen uit de grond van mijn hart.

(Kerknet.be 3 juli 2022, afb. van Daniel McCullough via Unsplash)

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.