Kolet Janssen

auteur

Lachen

18 januari 2022

‘Oma, ik weet hoe je een baby kunt laten lachen’, zegt kleinzoon. ‘Ik ben daar heel goed in.’

Iedereen in de familie bereidt zich voor op de komst van het nieuwe kleinkindje binnenkort. Hij dus ook.

‘Het lukt altijd’, zegt hij zelfverzekerd.

Ik denk aan buikje kriebelen of gekke geluidjes maken, maar het is iets heel anders.

‘Je moet recht in de oogjes van de baby kijken’, legt kleinzoon uit. ‘En dan moet je zelf gewoon lachen. Kijk, zo.’

Hij kijkt me diep in de ogen en schenkt me een heel brede glimlach, waar ik spontaan blij van word.

‘En dan gaat die baby altijd lachen’, verzekert hij me. ‘Zo.’

Met zijn wisselgebit vol gaten probeert hij een tandeloos glimlachende baby na te doen.

Hij heeft het uitgeprobeerd bij baby’s in de vriendenkring van zijn ouders.

Hij heeft er een hele studie van gemaakt, legt hij uit. ‘Alleen als de baby afgeleid is, lukt het niet. Als iemand met een speelgoedje zwaait of zo. Dan kijkt hij daarnaar en niet in mijn ogen. Maar als ik alleen ben met de baby, werkt het altijd.’

De nieuwe baby heeft veel om naar uit te kijken.

Niet in het minst een aanstekelijk lachend neefje.

(Afb. van Daniel Thomas via Unsplash)

 

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.