Leven met een linkshandige
26 oktober 2021
Wie de mond vol heeft over de integratie van mensen die op een of andere manier anders zijn, moet eens proberen een week samen te leven met een linkshandige.
Linkshandig zijn is misschien wel de meest onschuldige vorm van uit de toon vallen. Een linkshandige heeft geen enkel probleem om zich staande te houden in onze maatschappij. Meestal merk je pas na een poosje dat iemand linkshandig is. Als hij of zij bijvoorbeeld iets moet noteren. Haast niemand ziet dat iemand met de linkervoet afzet bij het opstappen op de fiets of zijn hand op de linkerleuning legt als hij de trap oploopt. Dat deze mensen hun tanden linkshandig poetsen of hun jas met de linkerhand dichtknopen. Het gaat allemaal zo vlot dat het niet opvalt.
In vroegere tijden kon het een drama zijn als een extreem linkshandige op school gedwongen rechtshandig moest leren schrijven, tekenen of haken. Maar inmiddels weten we beter en is er een heleboel apart materiaal ontwikkeld voor linkshandigen: van schaartjes tot pennen. Deuren van ijskasten en wasmachines kunnen vaak zo gemonteerd worden dat ze naar twee kanten kunnen opengaan. En de muis van je pc kun je gewoon instellen. Al blijven er wellicht altijd nog toestellen over waar de knoppen voor linkshandigen moeilijk hanteerbaar blijven: de mixer, het strijkijzer, de naaimachine of de boor.
In een doorsnee huishouden gebruiken linkshandigen gewoon dezelfde spullen als rechtshandigen, al doen ze dat wel op hun eigen manier. Dat zorgt ervoor dat de waterkoker en de theepot hier altijd met het handvat naar de ‘foute’ kant gedraaid staan als mijn betere helft ermee aan de slag is geweest. Snijmesjes liggen verkeerd, tandpastatubes hebben opeens de dop aan de voor mij onhandige kant. En als wij bij een etentje naast elkaar aan tafel zitten, kan dat maar op één manier: ik rechts en hij links. Anders wordt het een ellebogengevecht.
Na al die jaren bekruipt me soms nog een onredelijke irritatie: het moet nu maar eens gedaan zijn met die flauwekul! Waarom doet hij het niet gewoon zoals ik? Zoals bijna iedereen? Is dat zo moeilijk?
Ik ervaar dan letterlijk aan den lijve hoe zelfs een minuscuul kleine manier van anders zijn, al kan wegen op het samenleven. Ik draai voor de duizendste keer de theepot met het handvat naar rechts. Wat zou het leven eenvoudig zijn als iedereen hetzelfde was. Maar tegelijk zo saai dat er niets meer aan zou zijn. Mijn lieve linkshandige helpt me daar elke dag aan te denken.
Door mijn slordigheid te aanvaarden hadden ze me properder gemaakt.