Litanie
30 mei 2024
Iemand heeft iets gewonnen. Een sporttrofee, een film award, een onderscheiding. Hij of zij wordt geïnterviewd door een sympathieke journalist. Die vraagt: ‘Hoe voelt het nu je dit gewonnen hebt?’ En dan volgt een antwoord dat je al ruimschoots van tevoren met je ogen dicht kunt voorspellen.
Zo klinkt het: ‘Het dringt nog niet helemaal door. Ik besef het nog niet echt, dat zal straks of morgen wel komen. Toen ik klein was, heb ik er altijd van gedroomd om… (deze legendarische wedstrijd te winnen/die grote prijs te krijgen). Maar ik had nooit gedacht dat het ook echt zou gebeuren. Het is fantastisch, heel overweldigend! Ik kan het bijna niet geloven! Ik heb er hard voor gewerkt en ik ben superblij!’
Wij mensen hangen aan elkaar van vaste formules en rituelen. Ook al willen we per se niet hetzelfde doen of zeggen als onze medemensen. Want we willen allemaal hoogst persoonlijk en authentiek zijn. Maar als het eropaan komt, zeggen we allemaal hetzelfde.
Nooit is er eens iemand die zegt: ‘Ja, dat was mijn doel voor dit jaar. Ik wist dat het binnen mijn bereik lag en ik heb het dus gehaald. Het was gewoon de volgende stap in mijn carrière.’ Zo iemand zou wellicht als arrogant worden beschouwd. Als er iets heerlijks gebeurt, moet je overrompeld zijn, anders telt het niet.
Dus trekken we er elke dag minutenlang voor uit om de vaste litanie aan te horen. In de sportzomer die ons te wachten staat, zullen we het riedeltje weer talloze keren te horen krijgen. De journalisten kunnen hun stukjes al van tevoren schrijven. Alleen de namen moeten ze nog invullen.
(Afb. van Michelle 1480 via Pixabay)