Kolet Janssen

auteur

Middenvakrijders

30 april 2024

Veel mensen ergeren zich aan middenvakrijders, zo wordt ons gemeld op het radiojournaal. Omdat ze file veroorzaken. Omdat je ze niet rechts mag inhalen, maar je soms bijna niet anders kunt. Maar wat bezielt mensen om hardnekkig op de middenstrook te blijven rijden?

Middenvakrijders zijn mensen die op zeker spelen. Vanaf het middenvak kun je letterlijk alle kanten uit. Je bent snel terug op de eerste rijstrook als je van de snelweg af wilt. Je zit niet gauw vast achter een prop trage vrachtwagens met oplegger. Je hebt geen last van invoegend verkeer dat ten onrechte denkt dat het voorrang heeft. Je kunt snel nog linkser gaan rijden als er iemand voor je rijdt, die je wilt inhalen. Op het middenvak zit je niet gauw vast.

Wie braaf telkens na het inhalen weer invoegt op de eerste rijstrook, moet veel alerter rijden. Want binnen de kortste keren rijdt er weer een andere ‘slak’ voor je en moet je weer aan een nieuw inhaalmaneuver beginnen. Niet iedereen heeft daarvoor de nieuwste technologie aan boord, die hem of haar waarschuwt voor blinde vlekken en dode hoeken. Het is dus goed opletten en alle kanten tegelijk in de gaten houden. En even later kun je weer een nieuwe lus gaan breien als je achter de volgende trage weggebruiker zit of als er een sloot auto’s van een oprit komt aanstuiven.

Op het middenvak daarentegen rijd je helemaal zen. Je volgt je eigen tempo. Dat je daarmee anderen tot wanhoop drijft, zal je worst wezen. Op de snelweg is het iedereen voor zich volgens jou. Dat denk je ook als je ‘even’ op het voetpad parkeert bij de nachtwinkel of nog snel gas geeft voor een zebrapad met een wachtende voetganger.

Er zijn trouwens ook middenvakrijders tussen de voetgangers. Mensen die breeduit op de stoep gaan staan praten, zonder rekening te houden met passerende buggy’s of rolstoelgebruikers. Het verschil is wel dat je voetgangers mondeling kunt vragen om opzij te gaan. Bij automobilisten kan het alleen met gebaren en die zijn vaak een stuk minder vriendelijk.

Met hoe meer mensen je in een land samenleeft, hoe meer redenen er zijn om je aan elkaar te ergeren. Misschien moet ‘rekening houden met elkaar’ maar eens een hoofdeindterm worden in het onderwijs en bij alle nascholingen en pensioencursussen. Met praktische oefeningen als vast onderdeel van het parcours. We kunnen er allemaal van leren.

(Photo by Sarah Kilian on Unsplash)

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.