Mijn moeder aan de lijn
19 oktober 2021
Vroeger duurden de telefoongesprekken met mijn moeder eindeloos. Elke vrijdagavond was het prijs. Ik moest haar bellen, andersom was ondenkbaar. En als ik eens iets anders op het programma had, kreeg ik de volgende dag te horen dat ze zich grote zorgen had gemaakt en er slecht van had geslapen. Geen enkel argument hielp: zij had het recht om ongerust te zijn als ik niet belde.
Ze nam steevast op met de mededeling: ‘Hallo ja, bij Janssen!’. Tijdens het telefoongesprek kreeg ik een uitgebreid overzicht van haar week. (Of toch van de dingen die ze me wilde vertellen. De deuk in haar auto ontdekte ik pas toen ik hem later moest verkopen.) Dat ze naar het herfstfeest van de ‘vrouwengilde’ geweest was en wat ze daar allemaal gegeten hadden. Wat ze gewonnen had bij de tombola. Wie haar had opgehaald en weer thuisgebracht. Wie de bloemstukjes voor de tafels had gemaakt.
Verder een uitgebreid verslag over de buren die ik nauwelijks kende, omdat ze daar pas kwamen wonen nadat ik al lang het huis uit was. Maar dat deerde niet: ik moest en zou luisteren naar alle problemen van hun kinderen en hoe dat elke week evolueerde.
Ik kreeg ook te horen hoe het met de moestuin ging: welke groente ze al had geoogst en verwerkt tot in de diepvries en wat er nog op het programma stond voor de volgende week. Dat er wormen zaten in de wortelen en dat ze nog nooit zo’n dikke tomaten had gehad.
Na een tijdje begon ze zichzelf te herhalen en kreeg ik dezelfde verhalen met alle details nogmaals te horen. Dat was het moment waarop ik met de telefoon aan mijn oor de planten ging gieten of in reclamefolders bladerde. Daarna probeerde ik zachtjesaan af te ronden, wat lang niet altijd meteen lukte.
Wat een verschil met tegenwoordig. Als ik bel, hoor ik na een hele tijd wachten eerst een luid gestommel als ze hardhandig de hoorn van de haak rukt. Geen intro meer, ze wacht gewoon tot ik iets zeg. Dan levert ze commentaar op het tijdstip waarop ik bel: ‘Ik dacht al dat gij het waart, want gij belt altijd als ik naar het nieuws kijk.’ Dat klopt niet, want ik bel veel later. Maar alles wat mijn moeder op tv ziet, is blijkbaar ‘nieuws’ geworden voor haar. Ze beweert ook bij hoog en bij laag dat ze alleen maar naar het nieuws kijkt op tv, terwijl die toch de hele avond opstaat.
‘Ik doe aan alles mee. Dat weten ze en daarom komen ze mij halen’, vertelt ze voor de zoveelste keer. Ik heb afgeleerd om te vragen wat ze die dag gedaan heeft. Dankzij de familie app met een lijstje van activiteiten, kan ik nu polsen hoe het was bij het kienen of het wandelen en heel soms herinnert ze zich dan iets. Maar ze is bang om in affronten te vallen en haast zich om het gesprek snel te beëindigen. Op wat ik vertel, komt geen reactie meer. ‘Ge komt nog maar eens deze kant op’, zegt ze steevast. Dat beloof ik. En dan haakt ze weer in, om weer verder naar ‘het nieuws’ te kijken.
In totaal duurt ons gesprek meestal minder dan vijf minuten, waarna ik met een vreemd gevoel achterblijf. Kun je iets missen waar je eigenlijk tegenop zag?
Mijn moeder is in gestadig tempo bezig af te haken van de wereld. Ik hoor mijn vader nog klagen dat ze toch ook zouden kunnen samenzitten zonder dat zij de hele tijd hoefde te praten. Dat is nu geen enkel probleem meer. Commentaar leveren, voordien zowat de voornaamste eigenschap van mijn moeder, doet ze nog nauwelijks.
Ik vraag me weleens af of Onze Lieve Heer haar nog zal herkennen als ze ooit aan zijn hemelpoort klopt. Of zou ik me daar geen zorgen over hoeven te maken?
(Elisabethnieuwsbrief oktober 2021)
Het zijn dan ook net die kleine dingen, waaraan we ons vroeger ergerden, maar die we missen als ze weg zijn. Mooi beschreven!