Neuriën
19 juli 2020
We zaten in de zondagse eucharistieviering, op de wijze van corona: met drie stoelen tussen elke bubbel, half verscholen achter mondkapjes. Onze pastoor schrikbarend achteruitgeweken. Geen zangbundels in onze handen, want we mochten niet zingen. De enige cantor zong achter een groot plexischerm. Een paar meter verder stond de piano waarop ze werd begeleid.
Af en toe klonk er een bekende melodie van een lied dat we anders uit volle borst samen zongen. We keken strak voor ons uit achter onze mondkapjes. Het bleef een beetje treurig om zo te moeten zwijgen.
Maar opeens keek ik op. Hoorde ik dat goed? Klonk er een zacht geneurie? Anderen hadden het ook gehoord en het geneurie zwol aan. Met gesloten mond, achter de mondmaskers, begonnen steeds meer mensen mee te doen.
Ik keek rond, maar ik kon niet zien wie er neuriede. De mondmaskers bleven onbewogen. Maar het gezoem klonk onmiskenbaar. Onze eigen kleine daad van verzet, onze eigen veilige opstand, onze eigen manier om toch actief mee te doen.
Niemand had ons instructies gegeven of het wel mocht. Niemand repte er een woord over. Maar we bleven zoemen, de hele viering lang, bij elk bekend lied. Het luchtte meer op dan je zou denken.
De geest waait niet alleen waar hij wil. Af en toe wil hij ook wel eens neuriën. En zo vulde hij zoals zo vaak onze harten met dankbaarheid en hoop.
(Kerknet.be 19 juli 2020)