Kolet Janssen

auteur

Ode aan de post

13 november 2018

Jaren geleden stond ik eens aan te schuiven in de rij op het postkantoor, achter een zwarte jonge vrouw die een pakje wilde versturen. Toen zij aan de beurt was, bestudeerde de vrouw achter het loket – ‘Paula van de post’, noemden wij haar – het adres waar het pakje naartoe moest. Paula zocht even iets op in een lijst op haar tafel en schudde toen het hoofd. ‘Er kan geen post naar Sierra Leone’, zei ze. Ze spreidde machteloos haar handen. ‘Het is daar oorlog.’

Het zwarte meisje keek haar niet-begrijpend aan. ‘No post to Sierra Leone’, probeerde Paula in haar beste Engels. ‘We can not send it.’ Het meisje bleef haar aanstaren en zette pas seconden later een stap opzij. Met het pakje in beide handen liep ze langzaam de deur uit. Het was een van die momenten waarop ik met een klap begreep hoe vanzelfsprekend ik het vond om te leven in een land met postbedeling, ziekenhuizen, autowegen en fietspaden, scholen en musea. Hoe weinig er ook voor nodig was om dat alles van de kaart te vegen.

Daarom word ik nog elke dag blij van post in mijn brievenbus. Ook al zit daar tegenwoordig veel oninteressante rommel bij en nog weinig dat echt persoonlijk is, behalve dan geboortekaartjes en rouwbrieven. Mijn post komt toch maar elke werkdag mijn huis binnenvallen, want ik heb nog gewoon een ouderwetse gleuf in mijn voordeur. Ik hoef niet eens naar buiten om hem op te halen. Ik heb de post dan ook gemist de afgelopen dagen.

Toen wij hier pas woonden, kwam de post nog drie keer per dag langs: ’s ochtends vroeg de krant, in de vroege voormiddag de brievenpost en in de namiddag de laatste post. Het aantal bedelingen werd snel minder, maar ik herinner me nog dat het voelde als een grote luxe.

Dat iemand de moeite doet om een bericht voor jou in een omslag te stoppen, die dicht te plakken en van een adres te voorzien, en hem op een brievenbus te gooien is al buitengewoon. Bovendien komt er dan een autootje met een postzak die bus leegmaken, sjouwen mensen die zakken vol post naar sorteerkantoren, en wordt mijn brief dan in de juiste zak naar het juiste verdeelcentrum geloodst. Daar pikt mijn postbode hem op en deponeert hem in mijn brievenbus. Zoveel handelingen van zoveel mensen voor een enkele brief, ik blijf het een wonder vinden.

Nu stromen de mails en appjes op elk moment van de dag en de nacht toe. Zo vaak dat het soms hinderlijk wordt. Maar nooit zo tastbaar en luxueus als de post.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.