Kolet Janssen

auteur

Ongewoon gewoon

16 april 2024

Op weg met de auto naar mijn moeder, steekt me een klein hulpkonvooi voor Oekraïne voorbij. Blauw met gele bestelwagentjes met een duidelijke tekst. Wat voor mij een traject is waarover ik niet hoef na te denken, is voor anderen het begin van een avontuur.

Het doet me denken aan mijn woon-werkverkeer destijds. De stad waarin ik lesgaf lag ten zuidoosten van de stad waarin ik woon. Dat bleek dus op de weg naar Keulen en naar Wenen te zijn. In plaats van afrit 25 te nemen, kon ik ook gewoon blijven verder rijden op dezelfde autoweg om dan – uren later – ergens in een buitenland aan te komen. Op sommige schooldagen was de verleiding groot: slenteren langs een enorme kathedraal, een prachtig plein of een schitterend kasteel leek vaak een stuk aantrekkelijker dan met een doos Bijbels een klas pubers proberen warm te maken.

Toch heb ik het nooit gedaan. Ik heb altijd braaf de juiste afrit genomen, behalve die enkele keren dat ik in gedachten verzonken een afslag te ver nam en in Wallonië verzeilde, waarna ik hals over kop terug moest racen. Het buitenland is bij ons vlakbij.

Enkel al de mogelijkheid van de verre bestemming hield me overeind. Dat het kon, dat de wijde wereld vlakbij was en dat alle mogelijkheden altijd openlagen.

Misschien is er wel meer moed nodig om ons bezig te houden met het alledaagse dan met het exotische. Om enthousiasme te vinden voor dingen waarvan je van tevoren weet dat het niet ‘wauw’ gaat zijn, maar die toch nodig en nuttig zijn.

En dus neem ik braaf de afslag naar het woonzorgcentrum. Zoals talloze keren voordien en nog talloze keren in de toekomst. Gewoon omdat mensen van gewone dingen aan elkaar hangen, letterlijk en figuurlijk.

(Photo by Sandro Gonzalez on Unsplash)

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.