Op wacht
17 november 2020
Mijn moeder heeft een mooie, zonnige kamer in een gloednieuw woonzorgcentrum. Een van haar favoriete uitspraken is tegenwoordig: ‘Ik zit hier te wachten op de dood.’ Ze weet dat ze mij daarmee een beetje op stang kan jagen en dat maakt het extra aantrekkelijk om het te zeggen.
Ik wist tot voor kort niet goed wat ik op die opmerking van haar kon antwoorden. Het valt natuurlijk niet te ontkennen dat de dood dichterbij komt als je 93 bent. Ik begon meestal wat tegen te stribbelen door haar te herinneren aan haar dagelijkse activiteiten. Daar schept ze immers oprecht plezier in.
Ze lees haar krant en ze vult woordpuzzels in. Op haar kamer is het warmer dan het ooit in ons oude huis was en de badkamer is perfect in orde. Ze gaat elke ochtend naar de fitness op de gang en oefent al haar krakende gewrichten, terwijl ze vrolijk babbelt met de andere sportievelingen. Ze heeft een gezonde eetlust en ze is blij dat ze nooit meer zelf hoeft te koken of boodschappen te doen. Elke dag gaat ze kaarten of bingo spelen. Ze heeft een vast clubje dat elk dood moment (what’s in a name?) vult met fanatieke rummikub. Bij onze bezoekjes nemen we haar zoveel mogelijk mee naar buiten. En na acht uur kijkt ze tv. Niet eerder, dat vindt ze belachelijk.
Het is misschien allemaal niet spectaculair, maar het is al met al heel genoeglijk. Ze krijgt haar medicatie op tijd en hoeft zich nergens meer druk om te maken. De kapper, de pedicure en de dokter, alles wordt binnenshuis voor haar geregeld. Natuurlijk mist ze mijn vader, maar net als alles wordt ook hij stilaan wat vager met het verstrijken van de jaren.
Alleen dat zinnetje ‘Ik zit hier te wachten op de dood’, dat onthoudt ze nog prima. Maar ik heb sinds kort een repliek gevonden.
‘Nee hoor’, zeg ik monter. ‘De dood zit te wachten op jou. Maar laat jij hem nog maar een hele tijd zitten wachten, hè?’
We lachen samen. Iemand een loer draaien, dat houdt mijn moeder overeind. In de verte lonkt de 100.
Geweldige repliek! Dat draait het ganse denkkader om, niet in het minst voor de wachtende moeder!
Ik herinner me zo levendig datzelfde zinnetje uit de mond van míjn toen 93-jarige moeder. En dat ik ook niet wist wat erop te antwoorden. Uiteindelijk zei ik maar: “Nee, mama, dat moet je niet zeggen. Dat is niet tof voor ons, je kinderen en kleinkinderen om te horen.” Maar eigenlijk is jouw antwoord veel fijner, Kolet!