Kolet Janssen

auteur

Oude God

18 oktober 2020

Vanuit mijn woonplaats kun je op veel verschillende manieren naar Antwerpen sporen. Via Mechelen of Aarschot, met een wisselend aantal stopplaatsen afhankelijk van het uur van de dag en de geheimen van de NMBS. De snelste verbinding is die met een grote omweg via de luchthaven, begrijpe wie kan.

Op de terugweg ben ik meestal minder gehaast en neem ik gewoon de eerste beschikbare trein. En zo passeer ik heel af en toe een station waar ik ooit echt eens wil uitstappen: Station Mortsel-Oude God.

Onlangs overkwam het me weer. Het was al donker en ik tuurde ingespannen door de treinramen. Behalve het naambord tegen een achtergrond van witte badkamertegeltjes zag ik niets bijzonders.

Misschien was er een kamer achter die deur. Misschien zat God daar al decennialang in een schommelstoel, aandachtig kijkend naar iedereen die er langskwam. Want hij kan dan wel oud zijn, hij is er nog altijd.

De wijk Oude God heet al heel lang zo. Naar verluidt dankzij sporen van een Romeins heiligdom langs een heirbaan daar in de buurt. Of misschien vond God het gewoon een prettige pleisterplaats, ideaal om tussen de mensen te wonen.

Ik kom maar heel sporadisch in Mortsel-Oude God. Net zoals ik God ook niet overal en altijd tegenkom. Maar ik weet waar ik hem kan vinden.

(Kerknet.be 18 oktober 2020, afb. van Analogicus via Pixabay)

Een reactie op “Oude God”

  1. Noël Tobback schreef:

    Het doet me daar ook altijd aan God denken. En daar gaan we weer: Hij is me telkens te slim af. Ik zoek Hem altijd. Van kindsbeen af. We woonden dicht bij de kerk. Ik werd stil bij het getik van de klokken. Ik miste ze als ik er niet meer woonde. God zou wel iets met gemis te maken hebben. Ik werd ook stil als ik tussen de mensen in de kerk zat. En zeker als ik ze uit de kerk hoorde komen als ik zondag nog in mijn bedje lag. Als ik dan later hoorde dat Eliah God gevonden had in een zachte bries werd ik weer stil. Ik sprak erover met een Franse vriendin en zocht naar het juiste woord: soufle….frais? Ik meende dat ik Hem vond in het zingen van het Gregoriaans waar ik tussen de koorleden bij zekere woorden rillingen kreeg. Hoe kon de betekenis er zo dicht bij zijn.
    En toch verliet ik het koor. De reden heeft nooit iemand begrepen. Wellicht Hij zelfs niet.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.