Slagveld
29 maart 2022
Op terugweg uit het zuiden van het land zie ik opeens een bord langs de snelweg waarop ‘Champ de bataille’ staat. Ik schrik onwillekeurig. Een slagveld? Hier in ons land? Gelukkig is het enkel een toeristisch informatiebord dat je de weg wijst naar het historische slagveld van Waterloo.
Daar werd op 18 juni 1815 Napoleon op het nippertje verslagen. Er vielen 55.000 doden en gewonden. Blijkbaar zijn er nog steeds mensen die het leuk vinden om zich te verdiepen in alle details van die strijd en die zelfs in uniform bepaalde scènes naspelen. God heeft vele soorten schepselen, dat staat vast.
Ook op wandel in de Ardennen stuiten we herhaaldelijk op kleine oorlogsmonumenten. Gedenkstenen met daarop namen van jonge gesneuvelde soldaten. Of met namen van terechtgestelde burgers. Hier en daar een oude tank waar kinderen enthousiast op kunnen klimmen. Straatnamen die verwijzen naar een of andere heel bloedige dag. Infoborden die (meestal tevergeefs) proberen de onoverzichtelijke situatie van toen duidelijk te maken voor mensen van nu, die al lang niet meer in de details geïnteresseerd zijn.
Allemaal littekens van een tijd van verbijstering en horror, waar niemand terug naartoe wil. En toch zien we nu elke dag beelden van gelijkaardige verwoesting op het nieuws, niet eens zo ver weg. Opnieuw zijn er soldaten die proberen een stad in te nemen of een weg te blokkeren. Opnieuw zijn het gewone mensen, gezinnen en oude mensen, die de prijs betalen.
Misschien zal er ooit een infobord staan bij een wijk in Kiev of Marioepol. Om uit te leggen wat er gebeurd is. Maar zelfs wij die erbij staan en ernaar kijken, kunnen er met ons verstand niet bij. Hoe zal later iemand precies begrijpen hoe zoiets is kunnen gebeuren? Waarom we dit niet konden voorkomen, met al onze overlegorganen en samenwerkingsverbanden? De mensheid moet alweer beschaamd zijn. En hopen en bidden dat we ooit beter en slimmer worden. Beter laat dan nooit.
(Afb. van Michal Matlon via Unsplash)
Inderdaad…