Snippers: Vol verwachting klopt ons hart
25 november 2016
Lijkt het maar zo, of is wachten echt iets wat je veel meer doet als kind dan als volwassene? Gelukkig is er elk jaar weer de advent.
Kinderen krijgen het aan de lopende band te horen. ‘Nee, nu heeft papa geen tijd om te spelen, straks misschien.’ ‘Even wachten tot na het eten, dan krijg je een chocolaatje.’ ‘Later krijg je een gsm, nu ben je daar nog te klein voor.’ Elke dag kunnen kinderen oefenen in wachten op dingen die soms pas veel later gaan komen. Kinderen zijn kampioenen in wachten, ook al vinden ze het meestal niet leuk.
Wachten op Sinterklaas. Wachten tot je jarig bent. Wachten tot de dag waarop je mag gaan logeren. Wachten tot je groot genoeg bent om zelf te fietsen. Wachten tot je zelf mag kiezen wat je wilt doen. Wachten op het weekend of op de vakantie. Wachten tot je niet meer hoeft te wachten.
Zolang je scholier of student bent, hoort wachten erbij. Een les kan soms eindeloos duren, dat herinneren we ons nog allemaal. Je kijkt ook uit naar het einde van de examenperiode. Of naar het laatste schooljaar. Naar je eerste job.
En dan, ongemerkt, verandert het opeens. Alles begint sneller en sneller te gaan. De dagen vliegen. Een week is zo vlug voorbij. En later ook een maand. De jaren volgen elkaar op. Als je eenmaal de zestig voorbij bent, heb je soms zelfs de indruk dat je de seizoenen amper kunt volgen. Help, loopt de zomer al op zijn einde? Is het alweer advent? Je raakt niet meer bijgebeend. En dat wordt elk jaar erger.
Ik herinner me nog goed hoe lang ik uitkeek naar Sinterklaas. Nog twaalf keer slapen, dat leek wel eindeloos. Ook de adventskrans met zijn vier kaarsen overspande een lange periode. Kerstmis kwam nooit te vroeg. Nu is de uitdaging eerder om tijd te vinden en stil te staan in de advent, voordat de jacht van de dagen ons ademloos en onvoorbereid dropt op Kerstavond.
De kaarsen mogen branden, net als vroeger, eerst één, dan twee, drie en vier. We zoeken elke dag een luikje tijd om halt te houden in de maalstroom en onze voelsprieten te richten op God en het grote geheel waar we mogen bijhoren. Wachten wordt zo weer een cadeau. Want wie wacht, ziet en hoort meer dan wie voortholt. We mogen het weer leren, vier weken lang.