Kolet Janssen

auteur

Vergeten

18 mei 2021

‘Vraag me niet wat ik gedaan heb, want dat weet ik niet meer. Maar ik ben niet op mijn kamer gebleven en het was fijn’, zegt mijn moeder stellig. Steeds minder kan ze antwoord geven op onze simpele vragen: Wat heb je vanmiddag gedaan? Heb je lekker gegeten? Is die bloes al terug uit de was? Ben je nog naar de breiclub geweest? Van wie heb je die pralines of dat bloemetje gekregen? Ze geniet ervan op het moment suprême, maar zodra dat voorbij is, zakt alles weg in het moeras van de vergetelheid. Soms gaat het zo snel dat ze na een kwartier al vergeten is wat we haar juist hebben verteld.

Het lijkt soms alsof ze een spelletje met ons speelt, maar dat is niet het geval: haar korte geheugen verdampt compleet. Ze vindt dat zelf wel wat hinderlijk, maar toch niet echt lastig. Dat is dan weer de luxe van een verblijf in het woonzorgcentrum. Ze hoeft zelf aan niets meer te denken, alles wordt voor haar geregeld. Het zou niet meer lukken om boodschappen te doen en te koken, om voorschriften te halen en medicijnen in te nemen op de juiste momenten, om op tijd te douchen en schone kleren aan te trekken. Maar dankzij de aandacht van de verzorgers en het ritme van haar leefgroep loopt alles gesmeerd. En daarom vindt ze het niet echt erg dat het onthouden niet meer lukt.

‘Een mens moet toch iets mankeren als hij 94 is, en dat is bij mij mijn geheugen’, zegt ze laconiek. ‘Ik ben gelukkig nog goed ter been. Ik eet graag en ik kan heel goed slapen.’ En kaarten, rummikub en bingo lukken ook nog prima. Ze speelt in een vast clubje van wie ze geen enkele naam kent, maar dat kan de pret niet drukken. In de breiclub weten haar vingers vanzelf wat ze moeten doen. Insteken, de draad omslaan en doorhalen, rechts en averechts, daar heeft ze haar geheugen niet voor nodig. Net zoals ze eindeloos woordzoekers kan oplossen. Dat doet ze meer met haar ogen dan met haar hoofd.

Precieze details over haar lange huwelijksjaren vervagen ook steeds meer. Maar dat ze in de oorlog nog vóór school in een winkel een mand vol eieren van thuis moest verkopen, dat weet ze nog goed. Ze weet zelfs nog hoeveel de eitjes kostten en dat ze dat geld dan de hele schooldag lang zorgvuldig moest bewaren voordat ze weer naar huis fietste.

Haar hoofd lijkt wel wat op mijn zolder: vol met overbodige spullen, die nogal willekeurig staan opgestapeld. Als je iets nodig hebt, is het lang niet altijd te vinden. Als je gaat zoeken, vind je altijd wel iets, maar vaak iets helemaal anders dan wat je zocht. Het is een hopeloze onderneming om de boel te ordenen. Je kunt niet meer doen dan af en toe een schat opdiepen en die koesteren.

Misschien is vergeten al een oefening in afscheid nemen en doodgaan. Wellicht hoeven we in het hiernamaals ook niet alles te onthouden. Dat doet God wel voor ons. Wij mogen er zijn, zomaar bij hem. Net zoals mijn moeder er steeds meer alleen maar is.

Vergeten is dus niet zo erg als het voor ons lijkt. Misschien overschatten we de waarde van een feilloos werkend geheugen. Al die precieze details blijken op de lange duur een stuk minder belangrijk dan we dachten. Of iets fijn is of niet, dat weet mijn moeder op het moment zelf nog heel goed. En wellicht is dat het enige dat er echt toe doet.

Elisabethblog mei 2021, afb. van Sabine Van Erp via Pixabay

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.