Vette Dinsdag
5 maart 2019
Vandaag is het Vette Dinsdag. In de stad waar ik vandaan kom, is er dan jaarmarkt. Mijn ouders namen mij daar elk jaar mee naartoe en dan kochten we ‘spekken’, roos-witte marshmellowachtige snoepjes die in mijn huidige stad ‘maskesvlees’ genoemd worden. Niet echt #MeToo-proef, die omschrijving, maar daar stoort niemand zich aan.
Op die jaarmarkt liep destijds een grote, witte beer rond. Dat was een man die zich als beer had verkleed, vertelden mijn ouders mij, voordat ik kon beginnen te huilen. Hij werkte samen met een fotograaf die je de kans bood om samen met de beer op de foto te staan.
Ik weet nog heel precies hoe fijn ik het vond dat we die foto met de beer lieten nemen. Niet omdat ik al voorpret had om het prachtige kiekje, of omdat ik de beer grappig vond. Maar alleen omdat de beer door zijn omvang en zijn harige pak een paar minuten lang voor mij de wind afschermde, die in mijn rug en mijn benen beet. Dat is mij van die jaarmarkt het scherpst bijgebleven: het gevoel van een warme rug, omdat er een pratende beer achter mij stond, met wie mijn moeder vlotjes stond te kletsen.
Want het was berekoud op die jaarmarkt, jaar na jaar. Kinderen droegen toen wollen jasjes, waar de wind los doorheen blies. De anorak was nog niet uitgevonden, of nog niet tot in mijn stad doorgedrongen. Ik was verkleumd tot op het bot.
Misschien lig ik daarom nog steeds zo graag lepeltje-lepeltje. Lekker warm en veilig met mijn eigen beer dicht tegen me aan. Alle dagen Vette Dinsdag.