Vrouwenkleren: vriend of vijand?
29 januari 2020
Iedereen kent comfort food: eten waar je blij van wordt. Vaak roept het jeugdherinneringen op aan de soep van thuis of de pudding van oma. Het is eten dat eenvoudig klaar te maken is en waar je snel een heerlijk verzadigd gevoel van krijgt. Tomatensoep met balletjes of worstjes met puree en appelmoes bijvoorbeeld.
Zo heb je ook comfort clothes. Dat zijn ruime kleren in zachte en donzige stoffen. Ze geven je een warm en veilig gevoel. Ze knellen niet en je hoeft er niet voortduren je buik bij in te trekken. Meestal zie je er ook niet op je voordeligst uit in die kleren, maar dat heeft dan even niet je prioriteit. Het zijn kleren die je vrienden zijn.
Comfort clothes zijn het tegenovergestelde van de ‘dress to impress’: imposante kleren die je zelfvertrouwen een boost geven en je toelaten een spitsere, meer gedecideerde en dynamischere versie van jezelf neer te zetten. Meestal is dat in onze contreien iets met een smalle jurk of hoge hakken. Dat werkt echt, al word je op het einde van de dag wel moe van het dragen van die kleren. Want deze kleren voelen meestal aan alsof het vijanden zijn van je lichaam: ze snoeren je in, dwingen je in een keurslijf, en vragen om voortdurende aandacht. Je moet ze naar beneden rukken als je op een lage stoel gaat zitten of in fatsoen trekken als je je jas uitdoet.
In India had ik het gevoel dat vrouwen erin geslaagd zijn die twee dingen te combineren. Want alle Indische vrouwen zien er stralend uit. Of ze nu bezig zijn met het vegen van de vloer of met het voorzitten van een bijeenkomst van professoren, hun kleurrijke kleren zijn oogverblindend mooi en geven hun stem en hun handelingen de juiste ondersteuning.
Het helpt natuurlijk als je huid honing- of olijfkleurig is in plaats van bleekjes. Ik word met die kleuren alleen nog valer, maar zij gaan er extra door schitteren. Met achteloze zwier draperen ze de stof van hun sari over hun lichaam. Geen last van onflatterende decolletés, uitpuilende buikjes of te dikke dijen. De sari omzwachtelt het allemaal met veel gratie. Hier en daar komen ‘love handles’ tevoorschijn, die er in onze huidskleur al gauw kwabbig zouden uitzien. Maar in een sari zie je er nooit te dik uit.
Ook de meisjesstudenten dragen zelden jeans, maar paraderen langs in vrolijke kurta’s, leggings en sjaals in kleuren die altijd matchen. Ze lopen bovendien allemaal kaarsrecht. Mijn jaloezie steeg er met de minuut.
De Indische vrouwen hebben natuurlijk gelijk: alles gaat beter als je mooie kleren draagt. Zeker als die dan ook nog eens comfortabel zitten. Nu nog wachten tot iemand er een aangepaste versie voor bleekhuiden van bedenkt. Ik doe zeker mee.