Kolet Janssen

auteur

Zwaaien naar Jezus

6 juni 2024

Bij het binnenstappen van het kapelletje in onze buurt wijst kleindochter Eva naar een lelijk schilderijtje. Daarop staat Jezus afgebeeld met een uitgestreken gezicht en opgeheven rechterhand. Zijn wijsvinger en middelvinger houdt hij gestrekt rechtop.

‘Jezus zwaait’, zegt Eva vol overtuiging. Ik knik een beetje halfslachtig.

We steken zoals altijd twee kaarsjes aan en dan gaan we op het bankje zitten om te bidden.

Eerst vertellen we Jezus over de ziekenwagen die we zojuist gezien hebben en we vragen hem om te zorgen voor de mens daarin, samen met de verplegers en dokters van het ziekenhuis.

Daarna bidden we voor de hele stoet van mensen uit het leven van Eva: papa en mama, de kindjes van de crèche, tantes en ooms en neefje en nichtjes, en tot slot Eva, oma en opa. ‘Opa is hier niet’, zegt ze er voor alle duidelijkheid even bij tegen Jezus. Ze beseft misschien dat het dan wel wat moeilijker ligt.

Terwijl we de knuffel en het loopfietsje verzamelen, zie ik haar voorzichtig even terugzwaaien naar Jezus.

Dan stappen we weer naar buiten, over het zebrapad met de bus die voor ons stopt, over de stoep met de gele en blauwe dekseltjes voor gas en water, in elk plasje hoe minuscuul ook, op elke tree bij elke voordeur. We praten even met de postbode van wie ze een leeg formuliertje krijgt. Onderweg zien we een sigarettenpeuk en een lege chipszak (‘Bah! Moet in de vuilbak!’). We komen een meneer met een hondje tegen dat zich braaf laat aaien. We zien de grote vuilniswagen en de sterke mannen die alle zakken er vlotjes in gooien. Eva zwaait naar iedereen. Zo bereiken we de brievenbus waar Eva de brief mag posten en dan trekken we langzaam maar zeker weer richting huis van opa.

Een mens is nooit te oud om op ontdekking te gaan in zijn eigen straat.

(Photo by Jordan Whitt on Unsplash)

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.