De beste leeftijd

16 maart 2021

‘Oma, een boek schrijven, is dat moeilijk?’ vraagt mijn zevenjarige kleinzoon. We zijn in de bibliotheek op weg naar de rekken met boeken voor zijn leeftijd.

Ik haal mijn schouders op. ‘Als je iets leuk vindt, is het niet moeilijk’, zeg ik.

‘Wat heb je er eigenlijk voor nodig?’ vraagt hij verder.

‘Het helpt als je veel fantasie hebt’, antwoord ik. Wat dat betreft, maak ik me over hem geen zorgen.

Hij kauwt op zijn vingers. ‘Kinderen hebben de meeste fantasie als ze vier, vijf en zes zijn’, zegt hij bedachtzaam. Dat heeft hij blijkbaar ergens opgepikt. ‘Maar dan kunnen ze wel nog niet alle letters schrijven.’ In zijn hoofd draaien de radertjes verder. ‘Oma, ik denk dat acht jaar de beste leeftijd is om een boek te schrijven.’

Ik volg zijn redenering. Oud genoeg om goed te kunnen ‘technisch’ schrijven en nog niet te oud om zonder fantasie te zitten.

We krijgen een potlood van de bib, om de heropening te vieren. ‘Daar kan ik mijn boek mee schrijven’, fluistert hij.

Hij kiest een dino-atlas, een boek over middeleeuwse havens, eentje over de oude Grieken met het paard van Troje en een dikke klepper van Vos en Haas. De wereld gaat elke dag verder open.

In augustus wordt hij acht.

(Afb. van Yogesh Rahamatkar via Unsplash)