Stelligheid
18 oktober 2022
Lang heb ik gedacht dat het nog zou komen. Dat je er wat ouder voor moest worden. Dat je wat meer levenservaring moest vergaren. En dat het dan opeens in je vingers zou zitten.
Ik heb het soms weleens gespeeld ook. Gedaan alsof ik het had. Maar ik viel meestal snel door de mand.
Stilaan weet ik dat het niet voor mij is weggelegd. Dus kan ik alleen nog jaloers zijn op wie het wel heeft.
Mijn klas zat vol kinderen die er geen gebrek aan hadden. Die zonder een moment te hoeven nadenken heel precies wisten wat ze wilden en dat opeisten ook. Die meteen een mening of een repliek klaar hadden. Terwijl ik nog stond af te wegen naar welke kant mijn weegschaaltje zou overhellen, want er was altijd voor beide standpunten wel iets te zeggen, wezen zij zonder aarzelen de richting aan die het moest uitgaan.
Ook mijn collega’s blonken uit in stelligheid. Eigenlijk een onmisbare eigenschap als je voor de klas staat. Ik moest al mijn behendigheid aanwenden om mijn mankement te verhullen. Dat lukte de ene keer al beter dan de andere. Soms bood het ook kansen, waardoor mensen hun aarzelingen konden uitspreken.
Mijn vrienden zijn wat minder stellig dan het gemiddelde, en dat zal wel geen toeval zijn. Samen verkennen we de grenzen van wat kan, wat zou kunnen en wat ook nog mogelijk is. Er is altijd meer dan zwart-wit.
Toch moet het ook niet al te gek worden. Tegenwoordig blokkeer ik al bij de vraag van de verkoopster of ik een mascara zoek die vooral je wimpers langer of eerder voller maakt. Ik weet oprecht niet wat te kiezen en breng het arme meisje daarmee in verlegenheid, tot ze me troostend zegt dat het eigenlijk niet zoveel uitmaakt.
Misschien wordt het ook steeds minder belangrijk. Want je bent altijd nog beter een aarzelend oud vrouwtje dan een stellige oude knar. En dat weet ik zeker!
(Afb. van Sander Sammy via Unsplash)
In zekere zin ben je ook “stellig”:
je poneert zonder aarzeling jouw eigen stellingen.
Maar plaats geen stellingen op je stoep, want dan is er geen plaats voor …soep