Vingerwijzing
24 juni 2025
Een uitstap of een vakantie is voor mij pas geslaagd als ik een boottochtje heb gemaakt. Dat mag op een vijver van niks zijn, in de bootjes van de Efteling, op de leien of grachten van een stad, op een vaart of een kanaal of op zee. Zodra mijn lijf meebeweegt met het zachte schommelen van het water, kom ik in een gelukzalige toestand die met niets te vergelijken valt. Kom vooral niet aan met diepzinnige Freudiaanse verklaringen, want ik wil het niet weten, ik wil er gewoon van genieten.
Onlangs zat ik in een bootje op de Middellandse Zee. De zee die steeds vaker omschreven wordt als een massagraf. Waarin inmiddels ontelbaar veel doden liggen uit andere bootjes. Ik dacht aan hen, terwijl de zon op de golfjes schitterde en de kliffen en baaien langs de kust voorbijgleden. Hoe kon ik hier rustig in zo’n bootje zitten?
Maar de wereld zit vol messcherpe tegenstrijdigheden. Er vallen bommen op mensen terwijl andere mensen op het strand liggen bruin te worden. Er wordt veel water en voedsel verspild terwijl er op andere plekken een nijpend tekort is aan water en voedsel. Enzovoort. Wie in deze tijd leeft, moet die dingen bij elkaar kunnen brengen zonder gek, wanhopig of moedeloos te worden. Dat is een levenslange oefening.
Bij een van de kliffen die we passeerden, vertelde de gids een verhaal. Een smalle, verticale rots die loodrecht omhoogstak op de rand van de klif, kreeg de naam ‘de vinger van God’. Soms laat God zich zien waar je hem het minst verwacht. Misschien dient die opgestoken vinger om ons te wijzen op hoe het zou kunnen zijn. Of om ons te vragen om goed op te letten.
Een vinger is altijd het begin van een hand. Een uitgestoken hand, van God of van wie dan ook, maakt alles mogelijk.