Voegen
3 september 2024
Dat kind moet zich leren voegen, zegden mensen vroeger. Als een kind zich eigenzinnig of tegendraads gedroeg, werd er ingegrepen. Het kind moest leren doen wat er verwacht werd. Het moest de regels volgen, ook als het daar geen zin in had. Het werd als het ware in de nauwe kier tussen twee bakstenen geperst tot er niets meer uitstulpte. Zo bouwde men vroeger een stevige maatschappij van plichtsbewuste burgers.
Nu worden er heel andere klemtonen gelegd, thuis en op school. Een kind moet zich vooral veilig en gehoord voelen. Het mag op elk moment uiten wat het denkt of wil of voelt. Voor elk verbod volgt een onderbouwde uitleg. Zelden hoor je nog een volwassenen zeggen: ‘Omdat ik het zeg!’ En als dat toch gebeurt, kijkt zo’n volwassene meteen schuldbewust om zich heen om te checken of niemand het gehoord heeft.
Toch moeten kinderen ook leren om aan te nemen dat volwassenen het vaak beter weten. Dat ze het beste voorhebben met het kind en dat daar bepaalde regels voor nodig zijn. Dat de wereld niet altijd rond je eigen persoontje draait. Het is zoals altijd een kwestie van evenwicht zoeken.
Al met al is het wel fijn dat kinderen meer dan vroeger buiten de lijntjes mogen kleuren. Op papier dan toch, want in de praktijk wordt hun drukke leven soms al te veel ingevuld met activiteiten.
Kinderen die zich altijd moeten voegen, verleren het op de duur om origineel te zijn. Terwijl we in onze maatschappij-in-verandering juist dat gaan nodig hebben: mensen die ‘out of the box’ denken. Die zich niet voegen, dus. Een stel kinderen is geen effen bakstenen muur van allemaal dezelfde bouwstenen. Het kan ook een bonte lappendeken zijn met de meest uiteenlopende lapjes. Fleurig en ontzettend sterk.
(Photo by Henrikke Due on Unsplash)