Volume
29 november 2024
Als ik een blik werp op het huiswerk van mijn kleinzoon, passeert er af en toe een woord uit een ver verleden. Zo zag ik onlangs het woord ‘volume’. Dat was toen en nu nog steeds vooral iets om te berekenen. Veel meer leek je met dat woord niet te kunnen aanvangen. Ik heb me er dus altijd ver van gehouden.
Maar nog geen dag later dook het woord opnieuw op, ditmaal in een antwoord van mijn gemeente op een vraag van mij. Ik had om bladkorven gevraagd om het dikke tapijt van afgevallen bladeren op onze stoep in te verzamelen. Het antwoord was nee, omdat het bladvolume in onze straat niet hoog genoeg was. De bladeren in onze buurt zouden door de groendienst eigenhandig en machinaal worden verwijderd. Dat is inmiddels ook gebeurd.
Maar wat was ik blij dat de man van de groendienst me het woord volume op een schaaltje aanbood, om er in het vervolg mijn eigen gang mee te gaan. Voortaan wordt het een vast onderdeel van mijn woordenschat. Als het een dag niet zo goed opschiet met schrijven, kamp ik met een gebrek aan woordvolume. Op de school waar ik ga voorlezen, is er in sommige klassen uitpuilend kindvolume. De laatste maanden lijdt het weer onder een teveel aan grijsvolume. Alles klinkt veel geloofwaardiger als ik het in volumes giet. Wie had dat ooit gedacht? Het leven is heerlijk onberekenbaar.