Bloemen
1 september 2024
Ik noem mijn jongste kleindochter soms ‘mijn bloemeke’.
Niet dat ze meeldraden of stampers heeft, maar ze is net zo verrukkelijk als een bloem die pas uit de knop is gekomen. Even ongerept en glanzend, even stralend en innemend. Niemand kan weerstaan aan de pracht van een bloem.
Ik denk stiekem dat God ook van bloemen houdt. Er zou vast wel een bescheidener manier geweest zijn om bijen en vlinders te lokken en zo zaadjes te produceren. Bloemen zijn een barok en uitbundig trekje van God, die zich even liet gaan en tegelijk ons ook iets gunde.
Veel meer dan op blaadjes, die er toch ook in alle vormen en kleuren zijn, kijken wij onze ogen uit op bloemen. Ze zijn altijd verrassend, ze vrolijken ons op, ze brengen letterlijk geur en kleur in ons leven.
Een nieuwe bloem aan een struik in mijn tuin of aan een plant op mijn vensterbank is altijd een klein gelukje. Een bloem is van zichzelf al een cadeautje.
Er zijn grote en kleine bloemen. Zonnebloemen die reikhalzen naar warmte en licht en bescheiden kelkjes die zich sluiten als de zon niet schijnt. Bloemen met rokjes en vleugeltjes en bloemen met bekjes en oortjes. Zachtroze, bijna witte bloemen en knalroze exemplaren die wel met fluoverf lijken bestreken. En het rare is dat ze nooit vloeken met elkaar. Hoe meer hun kleuren tegen elkaar spetteren, hoe vrolijker het wordt. Soms zou ik een vlinder willen zijn. Of – laat ik realistisch blijven – misschien eerder een hommel. Om gezellig van bloem naar bloem te schommelen, een beetje te proeven, wat stuifmeel op te pikken en weer verder te zoemen.
Geen wonder dat we zo graag bloemen geven en krijgen aan en van elkaar. Zo klein als ze zijn, zijn bloemen helemaal af. Het zijn stuk voor stuk kleine wondertjes. Net zoals wij allemaal, maar bij bloemen is het net iets meer zichtbaar. 😉
(Otheo.be, Photo by Greg Rosenke on Unsplash)