Te warm?

19 juli 2022

Voor mij is het pas zomer als ik met blote armen buiten kan zitten. Als ‘buiten’ opeens een ruimte wordt waar je thuis kunt zijn. En niet langer, zoals in de winter, een plek waar je haastig doorheen snelt om ergens naartoe te gaan.

In de zomer wordt onze leefruimte groter, gaan we groter denken en voelen, durven en doen. Ons plafond is enkele maanden lang de hemel en dat maakt een groot verschil.

Maar soms wordt het te warm. Dan is buiten opnieuw een plek om van weg te lopen. Wanneer is het precies te warm?

Als je zweet terwijl je helemaal niets aan het doen bent.

Als de kaars op je tuintafel zelfs in de schaduw smelt.

Als het water van het zwembad in je vakantieverblijf zo warm is als dat van een bad.

Als je alleen die kant van het beroemde timpaan boven de kerkdeur bekijkt, waarbij je in de schaduw kunt staan.

Als je meer dorst dan honger hebt.

Als je alleen nog zonder lakens kunt slapen.

Als je bewegingen trager worden en je trajecten zorgvuldig gepland.

Als je alleen nog koude schotels eet en je niet kunt voorstellen dat je ooit nog de oven zult gebruiken.

Als je bewust en onbewust voortdurend op jacht bent naar schaduw.

Als je uitkijkt naar het korte moment na de douche dat je het even koud hebt.

Als je ondanks de zon en de zomer opnieuw binnen moet eten en zitten, terwijl je eigenlijk buiten zou willen zijn.

Te is nooit goed, behalve tehuis en tevreden, leerden wij vroeger. Hopelijk is het binnenkort weer gewoon warm, zodat we er weer zonder nadenken van kunnen genieten. Voorlopig moeten we even de hitte doorstaan. Met ons indekken tegen de kou hebben we meer ervaring. Maar we leren elk jaar bij.

(Afb. van Annabel P. via Pixabay)