Onderweg met de rolstoel
24 april 2025
Het wordt steeds moeilijker om het gesprek met mijn 98-jarige moeder gaande te houden. Ze stemt in met veel van wat ik te berde breng. Dat is op zich al zo ongewoon dat ik vaak vergeet om ervan te genieten. Ja, het is inderdaad zonnig, maar de wind is nog fris. Nee, er is vandaag niet veel volk in het cafeetje, misschien zijn de mensen nog aan het wandelen. Ja, de koffie verkeerd is lekker, maar nogal heet. Nee, ze weet niet meer wat ze gisteren heeft gedaan of vanmiddag heeft gegeten, maar dat is niet erg.
Ze kijkt alert naar de mensen en huizen die we passeren, maar ze zegt er niets meer over. Ze schouwt ze minzaam, zoals een koning zijn onderdanen en zijn koninkrijk. Niet nodig om alles telkens te becommentariëren.
In het begin deed ik verwoede pogingen om de stiltes op te vullen, vooral omdat die met mijn altijd zo praatgrage moeder erg ongemakkelijk aanvoelden. Maar als je op elke opmerking of vraag niet meer dan een ‘ja’ of ‘nee’ krijgt, stokt het gesprek al gauw opnieuw.
Ik denk terug aan de tijd toen ik met een baby in de kinderwagen door de parken wandelde. Af en toe wees ik iets aan, een eendje of een kleurige bloem. Dan probeerde ik het kindje mee te krijgen in mijn enthousiasme en dat lukte vaak. De volgende keer was het al uitkijken naar de vijver met de eendjes of het veldje met de bloemen.
Nu wandel ik op dezelfde manier met de rolstoel van mijn moeder. Af en toe maak ik haar op iets opmerkzaam: een mens in een felgekleurde jurk of jas, een struik barstensvol bloemetjes, een hele rij paasklokjes. Dan knikt ze en lacht tevreden. Meer moet dat niet zijn, letterlijk en figuurlijk.
Zij is tevreden met de wereld die voorbijkomt en ik dus – met enige vertraging – ook. Loslaten gaat altijd van twee kanten.
(Elisabethnieuwsbrief april 2025, Photo by Steven HWG on Unsplash)