Wij zijn de jongsten
10 november 2024
Als je tegenwoordig een blitzcarrière wilt maken, moet je gaan werken in de Kerk. Binnen de kortste keren kun je er opklimmen van manusje-van-alles tot iemand met serieuze verantwoordelijkheden. (Wel allemaal als onbezoldigde vrijwilliger.) Je zult daarbij bijzonder weinig concurrentie tegenkomen. Dat klinkt als goed nieuws, maar dat is het niet echt.
Zo vaak kom ik mensen tegen uit de brede Kerkgemeenschap. Een zuster die jarenlang overste van haar orde is geweest, en nu bezig is met de overdracht van wat hen aan het hart ligt. Een pater die een zieltogend tijdschrift overeind probeert te houden. Twee actieve oude zusters in een groot huis vol bejaarde missiezusters, die de zorg voor hun mensen en hun gebouwen in goede banen proberen te leiden. Geloofsgemeenschappen waar opeens een trekker of voorganger sterft of door leeftijd afhaakt en die steeds meer gaten moeten vullen met steeds minder mensen.
En het eeuwige refrein dat ik hoor is: ‘Wij zijn de jongsten.’ En dat wordt altijd gezegd door mensen van een eind in de zeventig of tachtig.
Ook ik ervaar dat ik in kerkelijke kringen niet – zoals in mijn buurt of familie, op de bus of op straat – bij de oudsten hoor, maar juist bij de jongsten. Als je verantwoordelijkheden na een jaar of twintig of meer wilt doorgeven, is er niemand om je op te volgen en dus doe je met de moed der wanhoop nog maar een poosje verder, totdat het echt niet meer lukt.
Als er toch eens een jonge, actieve gelovige zijn of haar neus laat zien bij een project of een speciale viering, dreigt die meteen ingeschakeld en overvraagd te worden. Je zou van minder afgeschrikt worden.
Veel projecten van zorg, nabijheid en verbinding worden overgenomen door andere groepen: een vereniging, de buurt, een wijkwerking. Gelukkig maar. We moeten als Kerk kiezen waar we onze beperkte mankracht voor willen inzetten: een verzorgde liturgie, een programma voor kinderen en jongeren, een sociaal project voor mensen voor wie niemand aandacht heeft, een ontmoetingsplek voor wie op zoek is naar contact, een stilteplek, een hartelijke plek. Die keuze zal verschillend zijn voor elke gemeenschap. De tijd zal het leren. Tot dan genieten we van onze eeuwige jeugd in kerkelijke kringen.
(Otheo.be, afbeelding van Rajesh Balouria via Pixabay) (bird)